De berekening van het eigen aandeel van de ouders in de kosten van hun kinderen: “Hoge Raad, hoe moet het nu echt?”

16.06.2015

Sinds de inwerkingtreding van de Wet Hervorming Kindregelingen op 1 januari 2015 is er weer heel wat gewijzigd in (kinder)alimentatieland. Zo zijn een aantal fiscale voordelen vervallen (zoals de alleenstaande ouderkorting en het fiscaal voordeel vanwege het betalen van kinderalimentatie) en is er een “alleenstaande-ouderkop” ingevoerd, die bovenop het kindgebonden budget komt. De Expertgroep Alimentatienormen – wiens richtlijnen veelal door rechters worden gevolgd- beveelt naar aanleiding hiervan de volgende rekenwijze aan voor de berekening van het aandeel van de ouders in de kosten van hun kinderen en over de dus uiteindelijk door de alimentatieplichtige te betalen kinderalimentatie. Men moet de alleenstaande ouderkop, net als het kindgebonden budget, in mindering brengen op de kosten van de kinderen c.q. hun behoefte zoals die uit de tabellen van het Rapport Alimentatienormen van de Expertgroep volgen.

De Expertgroep bevestigde deze rekenwijze recent nog op 17 april 2015. In de praktijk blijkt de jurisprudentie over de talrijke en steeds toenemende wijzigingsverzoeken die als gevolg van de nieuwe wetgeving zijn ingediend, erg diffuus; niet alleen ouders en advocaten, maar ook rechterlijke instanties worstelen ook zichtbaar met de ingewikkelde uitkomsten waartoe deze nieuwe rekensystematiek kan leiden.

De Expertgroep benadrukt wel dat de zogeheten “aanvaardbaarheidstoets” – waarop de alimentatieplichtige dan wel expliciet een gemotiveerd beroep moet doen – de rechter tot een ander oordeel kan brengen. Zij vindt ook dat het aan de Hoge Raad is om zich maar uit te spreken over de rekenmethodiek rond het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop.

Het Hof Den Haag heeft dan maar zijn stoute schoenen aangetrokken en de eerste stap richting de Hoge Raad gezet door in zijn beschikking van 3 juni 2015 (ECLI:NL:GHDHA:2015:1288) twee prejudiciële vragen te stellen over het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop.

Het is nu op zijn minst nog enkele maanden in spanning wachten voordat de antwoorden van de Hoge Raad op de vragen “hoe het nu echt moet” bekend worden.

Voor de vele inmiddels aanhang gemaakte (en nog te maken) procedures zou het uiteraard een goede zaak zijn als de Hoge Raad hieraan enige prioriteit zou toekennen.

Wordt ongetwijfeld vervolgd…

Voor vragen of overleg over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. I.K. Decupere (i.decupere@paulussen.nl; 043 328 41 34) of één van haar collega’s die werkzaam zijn in de familiepraktijk.

Auteur: Inge Decupere

Nieuws Overzicht