Onbevoegde vertegenwoordiging door een (gemeente)ambtenaar

25.11.2015

Ambtenaren verrichten regelmatig (rechts)handelingen namens een bestuursorgaan en ten opzichte van een derde als wederpartij.  Dat kan soms tot conflicten leiden wanneer de ambtenaar achteraf niet bevoegd blijkt te zijn geweest tot het verrichten van de rechtshandeling. De Hoge Raad heeft op 24 april 2015 een arrest gewezen over de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid van een ambtenaar die onbevoegd als tussenpersoon voor een gemeente optrad. In dat arrest komen een aantal zaken aan de orde.

In de betreffende casus was sprake van een mandaat dat aan een bepaalde ambtenaar was verleend door een gemeente. De ambtenaar had echter een rechtshandeling verricht die niet was opgenomen in het mandaatbesluit, namelijk het overeenkomen in een vaststellingsovereenkomst met daarin opgenomen een bindend advies en de verplichting tot betaling van een geldsom. De ambtenaar had derhalve gehandeld als pseudo-vertegenwoordiger. De tegenpartij beriep zich op bescherming wegens de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid omdat de gemeente in kwestie de kosten van het bindend advies wel had betaald en bovendien was verschenen in een kort geding waarbij nakoming van de vaststellingsovereenkomst werd gevorderd.

De Hoge Raad bepaalde dat de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid óók afgeleid kan worden van handelingen die dateren van ná de betrokken rechtshandeling.

Voor een bestuursorgaan is het dan ook van groot belang de (on)bevoegdheid van de ambtenaar zo duidelijk mogelijk kenbaar te maken in regelgeving en mandaatbesluit. Wanneer namelijk de bevoegdheidsverdeling binnen de gemeente duidelijk is en de wederpartij door raadpleging van de Gemeentewet en het mandaatbesluit eenvoudig had kunnen vaststellen dat de ambtenaar niet bevoegd was, wordt het beroep op de vertegenwoordigingsschijn namelijk lastiger. Wanneer de bevoegdheidsverdeling voor eenieder kenbaar is, vormt dit tevens een drempel voor een geslaagd beroep op een onrechtmatige daad of kan een eigen schuld van de wederpartij worden aangenomen.

Zie voor meer informatie:  HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1119 of neem contact op met Hilde Amsing (h.amsing@paulussen.nl)

 

Nieuws Overzicht