Herinnering: vakantiedagen vervallen niet zomaar!

07.02.2023

Vorig jaar schreven wij al een artikel over verval van wettelijke vakantiedagen. Dit betreft dan ook geen “nieuws”.

Wij zien echter nog steeds dat veel werkgevers zich er niet van bewust zijn dat wettelijke vakantiedagen niet zomaar komen te vervallen als zij niet zijn opgenomen vóór het verstrijken van de in de wet aangegeven termijn. Met name wanneer een werknemer uit dienst treedt, kan de werkgever bij de eindafrekening dan geconfronteerd worden met een fiks bedrag dat nog uitbetaald moet worden ter zake niet-genoten vakantiedagen.

Wat staat er in de wet?

Onze nationale wettelijke regeling met betrekking tot vakantiedagen is gebaseerd op Europese regelgeving.

In artikel 7:634 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat iedere werknemer jaarlijks recht heeft op minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week vakantie met behoud van loon. Voor een werknemer die vijf dagen per week werkt, komt dit dus neer op twintig wettelijke vakantiedagen per jaar.

Op grond van de eerste zinsnede van artikel 7:640a van het Burgerlijk Wetboek vervallen de wettelijke vakantiedagen met het verstrijken van zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin die vakantiedagen zijn opgebouwd. De wettelijke dagen die een werknemer in 2022 heeft opgebouwd, zouden dan met ingang van 1 juli 2023 zijn vervallen. Er volgt echter nog een “tenzij”: verval van de wettelijke vakantiedagen is niet aan de orde als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om de vakantie op te nemen. In dat geval geldt op grond van artikel 7:642 van het Burgerlijk Wetboek in beginsel een verjaringstermijn van vijf jaar.

Wat heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld?

Of een werknemer redelijkerwijs in staat is geweest om de wettelijke vakantiedagen op te nemen, moet strikt worden getoetst. In het EU-recht en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie wordt de zogenaamde “recuperatiefunctie” van vakantie vooropgesteld: een werknemer moet, ter bescherming van zijn veiligheid en gezondheid, daadwerkelijk rust en ontspanning kunnen genieten. Werkgevers mogen hun werknemers weliswaar niet verplichten om vakantie op te nemen, maar zij hebben wel de verplichting om er concreet en in alle transparantie voor te zorgen dat iedere werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft om zijn wettelijke vakantie op te nemen. Zo nodig moet de werknemer er door de werkgever formeel toe worden aangezet om vakantie op te nemen. Verval of verjaring van wettelijke vakantiedagen is uitsluitend aan de orde als de werknemer deze vakantiedagen welbewust en met volledige kennis van de eraan verbonden gevolgen niet heeft opgenomen.

Conclusie

Werkgevers moeten hun werknemers er actief, tijdig en op precieze wijze over informeren dat de wettelijke vakantiedagen die zij in het voorgaande kalenderjaar hebben opgebouwd, komen te vervallen indien zij deze niet vóór 1 juli opnemen. Voldoet een werkgever niet aan deze actieve zorg- en informatieplicht, dan geldt voor de wettelijke vakantiedagen in principe de reguliere verjaringstermijn van vijf jaar. Gedurende die verjaringstermijn blijft voornoemde zorg- en informatieplicht overigens gewoon van toepassing.

Advies

In de eerste plaats is het natuurlijk bevorderlijk voor het welzijn van de werknemers als zij voldoende vakantie opnemen. In de tweede plaats hebben werkgevers een financieel belang bij het voorkomen van enorme vakantiesaldi of verlofstuwmeren die ontstaan doordat werknemers te veel dagen opsparen. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moeten die dagen namelijk worden uitbetaald. Wij adviseren werkgevers dan ook om de werknemers die nog wettelijke vakantiedagen van 2022 hebben openstaan, op korte termijn en middels concrete informatie te motiveren om deze vakantiedagen op te nemen. Geef daarbij het aantal vakantiedagen aan en vermeld uitdrukkelijk dat deze dagen anders per 1 juli 2023 komen te vervallen. Een algemene mededeling binnen de onderneming volstaat niet.

Voor de toekomst is het verstandig om jaarlijks vaste momenten te agenderen – bijvoorbeeld na de zomerperiode en aan het begin van het nieuwe jaar – om werknemers te informeren over hun nog openstaande wettelijke vakantiedagen en het risico op verval daarvan wanneer zij deze dagen niet vóór 1 juli opnemen.

Aangezien de bewijslast op de werkgever rust, adviseren wij om de communicatie schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld door deze (tevens) via e-mail te laten verlopen.

Mocht u met betrekking tot vakantiedagen of over andere arbeidsrechtelijke kwesties nader advies wensen, neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten: Lisanne Somers (l.somers@paulussen.nl) en/of Ine Swennen (i.swennen@paulussen.nl). Telefonisch zijn zij bereikbaar via telefoonnummer 043 321 6640.

 

Nieuws Overzicht