Koopovereenkomst Ferrari

16.11.2022

Pacta sunt servanda. Uitgangspunt in ons recht is dat overeenkomsten moeten worden nagekomen. De voorvraag luidt wel steeds: is er een overeenkomst? Een mooi voorbeeld hiervan blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Overijssel.

Een ondernemer uit Weert heeft in april 2020 een Ferrari Purosangue besteld en € 20.000 aanbetaald conform een factuur. Op dat moment is nog niet bekend wanneer de Ferrari in productie zal worden genomen, wanneer hij geleverd zal worden, evenmin als verkoopprijs, opties en zelfs hoe de auto eruit gaat zien.

In september 2022 krijgt de ondernemer telefonisch bericht van de autodealer. De Ferrari wordt toch niet aan hem geleverd. De aanbetaling is teruggestort.

De ondernemer legt zich hier niet bij neer en vordert in kort geding nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank wijst de vordering af.

De feiten

In april 2020 hebben partijen een document met het opschrift “koopovereenkomst” getekend. Hierin staat onder andere dat de ondernemer een Ferrari heeft gekocht van de autodealer, “type FUV” en “bouwjaar nr. 7”. Bij prijs en specificaties is vermeld dat deze nog nader worden overeengekomen.

De reden waarom de autodealer de Ferrari nu nog niet kan leveren is dat de dealer de instructies van Ferrari moet volgen. De auto’s gaan eerst naar de Topklanten en Vips, daarna komen pas andere klanten aan de beurt.

De autodealer heeft aangeboden om alsnog een Ferrari Purosangue te verkopen en leveren zodra de dealer daartoe in staat is. Daarmee gaat de ondernemer niet akkoord. De koper start een kort geding en eist nakoming van de koopovereenkomst.

Juridische beoordeling

De kern van dit geschil is of of partijen wel een koopovereenkomst hebben gesloten. Bij de juridische beoordeling gaat het niet zozeer om de term “koopovereenkomst”. Het gaat om de inhoud: de overeenkomst moet voldoen aan de juridische vereisten zoals neergelegd in wet en jurisprudentie.

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Daarbij is wilsovereenstemming vereist tussen de partijen omtrent de “essentialia” van de overeenkomst. Bij de vraag of een overeenkomst is gesloten speelt voorts een rol wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid, en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden.

De rechter zal steeds nagaan of partijen volledige overeenstemming hebben bereikt over de meest wezenlijke, essentiële elementen in de koopovereenkomst.

In casu constateert de voorzieningenrechter dat niets is overeengekomen over prijs, specificaties en leverdatum. Voorts acht hij de tekst “bouwjaar nr. 7” onduidelijk want hieruit blijkt niet wat partijen daarmee hebben beoogd.

Op grond hiervan oordeelt de voorzieningenrechter dat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een koopovereenkomst. Bovendien zal dit model van Ferrari naar verwachting pas in het vierde kwartaal van 2023 worden geleverd. Daarmee ontbreekt het spoedeisend belang, hetgeen wel een vereiste is in kort geding.

De slotsom is dat de voorzieningenrechter de vordering van de koper afwijst.

Heeft u vragen over een mondelinge of schriftelijke koopovereenkomst, of een andere juridische vraag? Neem dan gerust contact op met Paulussen Advocaten. Wij hebben vestigingen in zowel Heerlen als Maastricht.

Nieuws Overzicht