Te laat bezwaar of beroep ingesteld? Wijziging toetsing bestuursrechter

11.08.2021

In het bestuursrecht is het heel belangrijk dat bezwaar- en beroepschriften tijdig worden ingediend. Te laat ingestelde rechtsmiddelen dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, wanneer er geen goede reden is voor de termijnoverschrijding. In dat geval wordt het bezwaar- of beroepschrift niet meer inhoudelijk behandeld.

Tot nu toe ging de bestuursrechter altijd ‘ambtshalve’ – dat wil zeggen uit zichzelf – na of gedurende de eerdere procedure het bezwaar- en/of beroepschrift tijdig was ingediend. Zelfs wanneer geen van de procespartijen een probleem maakte van het te laat indienen van rechtsmiddelen, kon dit ertoe leiden dat de zaak niet inhoudelijk in behandeling werd genomen.

In de uitspraak van 9 juli 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:1500) komt de Centrale Raad van Beroep van dit uitgangspunt terug. Niet langer zal de bestuursrechter uit zichzelf in zijn oordeel betrekken of eerdere rechtsmiddelen op tijd werden ingesteld. Dit geldt bij de rechtbank voor de tijdigheid van het bezwaarschrift en in hoger beroep voor de tijdigheid van het beroepschrift bij de rechtbank. Voortaan is het daarmee enkel nog aan de procespartijen om te beginnen over eerder niet tijdig ingestelde procedures.

De bestuursrechter zal wel nog altijd uit zichzelf moeten beoordelen of de bij hem gestarte procedure op tijd is ingesteld. In geval van een termijnoverschrijding zonder goede reden, zal de bestuursrechter het (hoger) beroep in dat geval nog altijd niet-ontvankelijk verklaren, zonder dat procespartijen een beroep hoeven doen op deze termijnoverschrijding.

Belangrijk nieuws in dit verband is verder dat de Centrale Raad ook heeft verduidelijkt dat een bestuursorgaan géén beroep kan doen op een niet tijdig gemaakt bezwaar, wanneer door dat bestuursorgaan op dit bezwaar (toch) een inhoudelijk besluit is genomen. De rechtszekerheid vergt volgens de Centrale Raad dat een bestuursorgaan de belanghebbende in dat geval niet later alsnog kan tegenwerpen dat het bezwaar te laat was. Dit is voor bestuursorganen eens temeer reden om goed op de termijnen te letten.

Belanghebbende derden kunnen vanzelfsprekend in beroep wel met succes aanvoeren dat het bestuursorgaan het te laat ingediende bezwaar ten onrechte ontvankelijk heeft geacht. In hoger beroep kunnen zowel het bestuursorgaan als de belanghebbenden aanvoeren dat de rechtbank een te laat ingediend beroep ten onrechte ontvankelijk heeft geacht.

In de uitspraak van de Centrale Raad is uitgemaakt dat de nieuwe leer meteen zal worden toegepast, ook in lopende procedures. De uitspraak is bovendien gedaan door een zogenaamde ‘gemengde kamer’. Deze gemengde kamer bestond uit de president van de Centrale Raad van Beroep, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Dit betekent dat het oordeel gedeeld wordt door de hoogste bestuursrechters en dat de nieuwe leer geldt voor de gehele bestuursrechtspraak.

Dit artikel is geschreven door Funs van Diem. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u met hem contact opnemen of met een van de andere specialisten van het team Overheid en Non-Profit, via info@paulussen.nl of 043 – 321 66 40.

Nieuws Overzicht