Bedrijfs- en fabricagegevens onder de Wet open overheid

19.07.2022

 

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (hierna: ‘Woo’) – gedeeltelijk – in werking getreden. In eerdere nieuwsartikelen hebben wij toegelicht dat met de inwerkingtreding van de Woo overheidsorganisaties zich transparanter moeten opstellen om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie beter te kunnen dienen. Echter, openbaarmaking van publieke informatie kan achterwege blijven, indien de belangen die zijn opgenomen in de uitzonderingsgronden aan openbaarmaking in de weg staan. Dit laatste is door ons besproken in het nieuwsartikel van 19 januari 2022 (https://www.paulussen.nl/nl/nieuws/het-achterwege-laten-van-openbaarmaking-van-informatie-onder-de-wet-open-overheid/)

In dit tweede artikel over de uitzonderingsgronden staat het achterwege laten van openbaarmaking van informatie, wanneer het gaat om (vertrouwelijk) aan de overheid meegedeelde bedrijfs- of fabricagegegevens, centraal.

Onder de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: ‘Wob’) werd onderscheid gemaakt tussen vier categorieën bedrijfs- en fabricagegegevens, te weten:

Cat. 1  Vertrouwelijk aan de overheid verstrekte bedrijfs- en
fabricagegegevens, niet zijnde milieu-informatie;

Cat. 2  Vertrouwelijk aan de overheid verstrekte bedrijfs- en
fabricagegegevens, die tevens milieu-informatie zijn;

Cat. 3  Bedrijfs- en fabricagegegevens die niet vertrouwelijk aan
de overheid zijn verstrekt, niet zijnde milieu-informatie; en

Cat. 4  Bedrijfs- en fabricagegegevens die niet vertrouwelijk aan
de overheid zijn verstrekt, die tevens milieu-informatie zijn.

Onder de Wob gold voor de eerste categorie een absolute uitzonderingsgrond, voor de tweede categorie gold een relatieve uitzonderingsgrond, de derde categorie schuilde in de relatieve uitzonderingsgrond betreffende de onevenredige bevoordeling of benadeling en de vierde categorie werd onder de Wob in het geheel niet gereguleerd.

De inwerkingtreding van de Woo heeft dit systeem niet al te drastisch aangetast. De wetgever beoogde aanvankelijk voor bedrijfs- en fabricagegegevens één uitzonderingsgrond op te nemen in de Woo, ter vervanging van de vier – hiervoor genoemde – categorieën. Dit voornemen werd echter, vanwege een aangenomen amendement, niet gerealiseerd. De in categorie 1 genoemde bedrijfs- en fabricagegegevens zijn onder de Woo een absolute uitzonderingsgrond gebleven (artikel 5.1, eerste lid, onderdeel c, Woo). Vertrouwelijk aan de overheid verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens, niet zijnde milieu-informatie, worden niet openbaar gemaakt. Hiermee wordt de bestaande jurisprudentie omtrent de toepassing van deze (absolute) uitzonderingsgrond gecontinueerd.

Net als onder de Wob, dient in geval van vertrouwelijk aan de overheid verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens die als milieu-informatie worden aangemerkt (categorie 2), een belangenafweging gemaakt te worden. Deze relatieve uitzonderingsgrond is gecodificeerd in artikel 5.1, zesde lid, Woo. Dat er (verplicht) een belangenafweging plaats moet vinden vloeit overigens voort uit het Verdrag van Aarhus, waar Nederland partij bij is. Kort gezegd, waarborgt het Verdrag inspraak bij milieubesluitvorming en toegang tot de rechter bij milieuaangelegenheden.

Een belangenafweging dient ook plaats te vinden in gevallen waarin geen vertrouwelijke verstrekking van bedrijfs- en fabricagegegevens kan worden vastgesteld (categorie 3). Artikel 5.1, tweede lid, onderdeel f, Woo schrijft voor dat, indien de bescherming van de gegevens zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid, de niet vertrouwelijk verstrekte informatie toch beschermd kan worden. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat dit eerder het geval zal zijn bij ‘informatie die betrekking heeft op het fabricageproces of de strategie van een onderneming’. Daarnaast kan deze uitzonderingsgrond ook van toepassing zijn op ‘actuele offertes, aanbestedingen en andere concurrentiegevoelige gegevens’. De in categorie 4 genoemde bedrijfs- en fabricagegegevens kunnen ook onder deze uitzonderingsgrond vallen.

Tot slot, op bedrijfs- en fabricagegegevens die milieu-informatie betreffen met betrekking tot emissies zijn geen uitzonderingsgronden van toepassing zijn (artikel 5.1, zevende lid, Woo). Ook dit vloeit voort uit het Verdrag van Aarhus, waarin de weigering van emissiegegevens wordt verboden. Daarenboven kan de weigeringsgrond van het voorkomen van onevenredige benadeling geheel niet worden toegepast bij milieu-informatie.

Dit artikel is geschreven door Ghazal Sarandib. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u met haar contact opnemen of met een van de andere specialisten van het team Overheid en Non-Profit, via g.sarandib@paulussen.nl of 043 – 321 66 40.

 

Nieuws Overzicht