Een bankrekening – basisrecht of privilege?

01.12.2023

Om te kunnen leven of ondernemen is een bankrekening noodzakelijk. Maar kun je als particulier of organisatie daarvoor ook altijd bij de bank terecht? Het korte antwoord is: vaak wel, maar soms niet. Soms mag (of moet) de bank een bankrekening weigeren of opzeggen.

Dat komt vaak doordat banken, als sleutelspeler in het financiële systeem, een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Die verantwoordelijkheid heeft vaak te maken met maatschappelijke opgaven zoals de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, de bestrijding van belastingontduiking, de naleving van internationale sancties (bijvoorbeeld tegen Rusland) en het waarborgen van financiële stabiliteit. Ook de bescherming van mensenrechten, milieu en klimaat is een maatschappelijke opgave waarin de bank verantwoordelijkheid kan (en moet) nemen.

Kan de bank daarbij het belang van de klant zomaar terzijde schuiven? Nee, dat kan niet. Zowel de wet als de rechter stellen voorwaarden aan de afweging tussen het (vaak grote) belang van de klant bij een bankrekening, en het belang bij weigering of opzegging. Deze afweging valt niet altijd hetzelfde uit, en verschilt per situatie.

In twee updates zullen wij stilstaan bij de vraag wanneer een klant wel of geen recht heeft op een bankrekening. In deze eerste update bespreken wij de algemene principes, met specifiek aandacht voor de rol daarin van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (“Wwft”). In een tweede, volgende update zullen wij ingaan op de rol van mensenrechten, milieu en klimaat bij het weigeren of opzeggen van een bankrekening.

Recht op een bankrekening – particulieren

De meest essentiële vorm van een bankrekening, is de “basisbetaalrekening”. Dat is een betaalrekening waarbij een debetstand (“roodstand”) niet mogelijk is, inclusief de bijbehorende pinpas en andere betaalinstrumenten. Volgens de (Europese) wetgever is een basisbetaalrekening nodig voor een moderne en sociaal inclusieve economie. Particulieren hebben een basisbetaalrekening nodig om hun inkomen of uitkering te ontvangen, belastingen en rekeningen te betalen, en goederen en diensten te kopen (ook online).

Om deze reden hebben particulieren recht op een basisbetaalrekening. Dat recht is verankerd in artikel 4:71f van de Wet op het financieel toezicht (afgekort als “Wft”). Op grond van dat artikel zijn banken verplicht om “consumenten in de gelegenheid te stellen een basisbetaalrekening aan te vragen en te gebruiken” (kosteloos of tegen een redelijke vergoeding).

De verplichting van de bank op grond van de Wft is begrensd. Allereerst vallen andere financiële producten dan een basisbetaalrekening, zoals krediet, er niet onder. Daarnaast geldt de verplichting alleen naar particulieren, en dus niet voor organisaties (zoals bedrijven, stichtingen en verenigingen). De verplichting van de bank wordt ook begrensd doordat de bank soms het recht, en soms de verplichting heeft om een betaalrekening te weigeren of op te zeggen (daarop komen wij later nog terug).

Recht op een bankrekening – organisaties

Ook organisaties hebben voor hun betalingen een bankrekening nodig, althans een betaalrekening. Op grond van de Wft hebben zij weliswaar geen recht op een basisbetaalrekening, maar daarmee is de kous niet af. Volgens de rechter hebben banken toch een wettelijke verplichting die kan inhouden dat zij ook aan een organisatie een betaalrekening moeten aanbieden.

Dat blijkt onder meer uit een belangrijke uitspraak van de Hoge Raad in een zaak tussen ING en Saunaclub Yin Yang, een ontmoetingscentrum in Roermond volgens het concept van de Freikörperkultur. De aanleiding voor die zaak was dat ING, naar aanleiding van een politie-inval bij Yin Yang, onder meer de bankrekening van Yin Yang had opgezegd. Nadat de zaak door het Openbaar Ministerie was geseponeerd, vroeg Yin Yang bij ING onder meer een nieuwe bankrekening aan. Dat werd door ING geweigerd, waarna de zaak aan de rechter werd voorgelegd.

Uit het oordeel van de Hoge Raad in deze zaak, blijkt dat een afweging moest worden gemaakt tussen het belang van de bank bij weigering en het belang van de klant. In het geval van Yin Yang betekende die afweging dat ING een nieuwe betaalrekening moest aanbieden aan Yin Yang (maar geen andere financiële producten of diensten, zoals de dienst voor het verpakt afstorten van contant geld, die ING ook had opgezegd). Daarbij gaf de rechter veel gewicht aan het belang van Yin Yang bij een betaalrekening, omdat het zonder een betaalrekening “vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, laat staan om een bedrijf te exploiteren”. Ook woog de rechter mee dat andere banken Yin Yang geen betaalrekening wilden aanbieden.

Weigering of opzegging – soms een recht, soms een verplichting

Zowel particulieren als organisaties hebben dus een zeker recht op een bankrekening. Maar soms moet dit wijken voor het recht (of de verplichting) van de bank tot weigering of opzegging van de bankrekening. Dat is het geval als het belang van de klant bij de bankrekening ondergeschikt is aan andere belangen. Dat is soms het belang van de bank. Maar soms ligt het uiteindelijke belang in een maatschappelijke opgave waarin de bank, als sleutelspeler in het financiële systeem, een bepaalde verantwoordelijkheid heeft.

Dit blijkt bijvoorbeeld uit de wettelijke gronden waarop de bank een particulier een basisbetaalrekening mag weigeren, zoals vastgelegd in de Wft. De bank mag bijvoorbeeld weigeren als de particulier geen werkelijk belang bij de basisbetaalrekening kan aantonen, al ergens anders een basisbetaalrekening heeft of is veroordeeld voor bepaalde misdrijven (zoals valsheid in geschrifte). De opzegging van een basisbetaalrekening is mogelijk om vergelijkbare redenen, en als de particulier bij het openen van de rekening onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt, of de rekening opzettelijk heeft gebruikt voor strafbare feiten. Deze weigerings- en opzeggingsrechten zijn vastgelegd in Wft-regels voor basisbetaalrekeningen van particulieren. Maar vaak zal de bank bij een organisatie een betaalrekening op dezelfde gronden mogen weigeren of opzeggen, op grond van algemene rechtsregels en contractuele voorwaarden.

In de voorgaande gevallen mag de bank een bankrekening weigeren of opzeggen. Maar er zijn ook gevallen waarin de bank dit moet. Vaak voorkomend is bijvoorbeeld een weigering of opzegging vanwege de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (afgekort als “Wwft”). Die wet verplicht de bank tot een klantonderzoek, zowel bij het openen van de bankrekening als daarna (bijvoorbeeld bij transacties van € 15.000 of meer, indicaties van betrokkenheid bij witwassen of terrorismefinanciering of twijfel aan de juistheid of volledigheid van eerdere gegevens). De Wwft verplicht de bank ook tot het doorlopend monitoren van transacties. Het doel is dat de bank weet wie de cliënt is, wie de uiteindelijk belanghebbende is, en waarvoor de bankrekening wordt gebruikt. Als de bank vaststelt dat sprake is van ongebruikelijke transacties of als er indicaties zijn van betrokkenheid van de klant bij witwassen of terrorismefinanciering, moet de bank daarvan melding doen bij de Nederlandse Financial Intelligence Unit (“FIU-Nederland”). De bank moet een bankrekening opzeggen of beëindigen als zij geen goed klantonderzoek kan doen (of als dit klantonderzoek niet slaagt, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk wordt wie de uiteindelijk belanghebbende is, of waarvoor de bankrekening wordt gebruikt).

Rechtmatige redenen voor wijziging of opzegging – een belangenafweging

De hiervoor besproken regels uit de Wft en de Wwft zijn slechts voorbeelden van redenen waarom de bank een bankrekening mag (of moet) weigeren. Er zijn legio andere redenen denkbaar. Die redenen kunnen zijn gelegen in andere maatschappelijke opgaven dan de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Te denken valt aan de bestrijding van belastingontduiking, de naleving van sancties (bijvoorbeeld tegen Rusland) en het waarborgen van financiële stabiliteit. Ook beleidsmatige redenen (bijvoorbeeld vanwege commerciële overwegingen, integriteit of reputatie) kunnen voor de bank reden zijn voor de weigering of opzegging van bankrekeningen.

De reden voor opzegging of weigering kan gelden voor een enkele klant. Maar regelmatig gaat het om een bepaalde klantcategorie (zoals klanten uit bepaalde sectoren). Ook hier biedt de Wwft een goed voorbeeld. In dit geval niet omdat de Wwft direct tot weigering of opzegging verplicht, maar omdat banken vanwege de Wwft bepaalde klantcategorieën niet meer willen bedienen. Zowel het Openbaar Ministerie als De Nederlandse Bank nemen maatregelen tegen banken vanwege (vermeende) schendingen van de Wwft, met schikkingsbedragen die oplopen tot € 775 miljoen. Bovendien maken banken kosten om de Wwft te kunnen naleven, waarvan het totaal in 2021 is ingeschat op € 1,4 miljard. Dat is voor verschillende banken reden (geweest) om afscheid te (willen) nemen van integriteitsgevoelige klantcategorieën zoals coffeeshops, de gokindustrie of autohandel.

Wat de reden voor weigering of opzegging ook moge zijn, de vraag is hoe die moet worden gewogen tegen het belang van de klant bij een bankrekening. Als de bank mag (of moet) weigeren of opzeggen op grond van een specifieke wettelijke grond (zoals de eerder besproken Wft of Wwft), is die afweging al door de wetgever gemaakt. Zonder zo’n specifieke wettelijke grond, doet de bank bij organisaties ook vaak een beroep op algemene rechtsregels en contractuele voorwaarden. In die algemene rechtsregels en contractuele voorwaarden staat vaak de (contracts)vrijheid van de bank voorop. Het belang van de bank krijgt daardoor veel ruimte. Toch kan ook hier plaats zijn voor het belang van de klant. Hoe dat belang moet worden afgewogen tegen het belang bij weigering of opzegging, hangt af van de situatie.

Bij concrete aanwijzingen voor ontoelaatbare klantactiviteiten (zoals witwassen of andere illegaliteit), zal er voor de bank vaak veel belang zijn bij weigering of opzegging. Maar ook zonder die aanwijzingen is het mogelijk dat de belangen van de bank zwaarder wegen. Dat kan ook zo zijn als de bank afscheid neemt van een bepaalde klantcategorie, en dit de enige reden is voor de weigering of opzegging. Toch kan ook dan plaats zijn voor een individuele belangenafweging, en zal de rechter de weigering of opzegging niet altijd toestaan. Bijvoorbeeld als blijkt dat de betaalrekening voor de klant onmisbaar is, omdat de klant nergens anders een betaalrekening kan openen (ook niet met enige moeite).

Slot

Een bankrekening is een basisrecht, in zoverre dat zowel een particulier als een organisatie erop kan vertrouwen dat zij nooit zomaar zonder betaalrekening zal zitten. Maar het is ook een privilege, in zoverre dat de klant dit recht verliest als de bank door toedoen van de klant niet aan toepasselijke wet- en regelgeving kan voldoen (zoals de Wwft). Bovendien gaat het recht op een bankrekening – met name voor organisaties – niet zover dat zij volledig vrij zijn in hun keuze voor een specifieke bank. Het kan zijn dat zij een weigering of opzegging moeten accepteren, ook als de enige reden daarvoor is dat zij tot een bepaalde klantcategorie behoren. Het uitgangspunt is dan wel dat zij voor hun betaalrekening elders terechtkunnen (ook al kost dat enige moeite).

Het is belangrijk te beseffen dat het voorgaande alleen voor bankrekeningen geldt. Op andere producten of diensten, zoals krediet, kunnen andere kaders van toepassing zijn.

In onze tweede update zullen wij ingaan op de rol van mensenrechten, milieu en klimaat bij het weigeren of opzeggen van een bankrekening.

Meer informatie

Deze update is geschreven door Pim Heemskerk, bereikbaar via p.heemskerk@paulussen.nl en 043 321 6640. Afspraken zijn zowel op locatie als op onze vestigingen in Maastricht en Heerlen mogelijk.

Nieuws Overzicht