De drie bijzondere verstrekkingsvormen onder de Wet open overheid (deel III)

11.10.2023

Eerder hebben wij twee nieuwsartikelen gepubliceerd over de drie bijzondere verstrekkingsvormen onder de Wet open overheid (hierna: ‘Woo’). Daarin wordt toegelicht dat de Woo ten opzichte van zijn voorganger (Wet openbaarheid van bestuur) een aantal noviteiten kent, waaronder de mogelijkheid voor bestuursorganen om informatie die niet voor eenieder openbaar kan worden gemaakt, wel op grond van de Woo aan één of enkele personen te verstrekken. Dit betreft de zogenaamde bijzondere informatieverstrekking.

Deze bijzondere informatieverstrekking kan zich voordoen in drie gevallen: bij informatie die betrekking heeft op de verzoeker (art. 5.5 Woo), als er klemmende redenen aanwezig zijn om enkel aan de verzoeker de gevraagde informatie te verstrekken en dus niet openbaar te maken voor eenieder (art. 5.6 Woo) of als het gaat om toegang tot informatie ten behoeve van onderzoek (art. 5.7 Woo). In de eerdere nieuwsartikelen (Deel I, Deel II)hebben wij aandacht besteed aan de bijzondere informatieverstrekkingsmogelijkheden onder art. 5.5 en 5.6 Woo.

In dit nieuwsartikel wordt ingegaan op de bijzondere informatieverstrekkingsmogelijk van art. 5.7 Woo. Dit artikel regelt de toegang tot niet-openbare informatie ten behoeve van onderzoek.

Art. 5.7 Woo bepaalt dat een bestuursorgaan ten behoeve van historisch, statistisch, wetenschappelijk of journalistiek onderzoek toegang kan bieden tot informatie, wanneer die informatie op grond van de uitzonderingsgronden en beperkingen in de Woo niet openbaar kan worden gemaakt. Ook kan op basis van voornoemd wetsartikel toegang worden geboden tot niet-openbare informatie ten behoeve van onderzoek, indien de vaststelling of deze niet-openbare informatie ingevolge de uitzonderingsgronden en beperkingen in de Woo openbaar gemaakt kan worden een onevenredige inspanning van het bestuursorgaan vergt.

Anders dan bij art. 5.5 en 5.6 Woo hoeft het bestuursorgaan niet eerst na te gaan of de gevraagde informatie openbaar kan worden gemaakt, voordat toepassing van artikel 5.7 Woo aan de orde is.

Bij de beslissing op het verzoek komt het bestuursorgaan beleidsvrijheid toe. Het bestuursorgaan is dus niet verplicht om onderzoekers toegang tot informatie te bieden. Dit neemt echter niet weg dat onderzoekers in die gevallen alsnog een verzoek om openbaarmaking van die informatie kunnen indienen bij het bestuursorgaan. Het bestuursorgaan dient dan met inachtneming van de Woo een besluit op dat verzoek te nemen.

Als het bestuursorgaan ervoor kiest om wél (op grond van art. 5.7 Woo) toegang tot informatie te verlenen, dan is het bestuursorgaan verplicht (ter bescherming van de belangen genoemd in de uitzonderingsgronden) aan de toegang de voorwaarde te verbinden dat de verkregen informatie niet wordt verspreid zonder dat het bestuursorgaan heeft beslist dat de informatie openbaar wordt gemaakt.

Het bestuursorgaan mag daarnaast nog andere voorwaarden aan de toegang tot informatie verbinden. Het overtreden van de voorwaarden is strafbaar (art. 8.1 Woo). Op deze manier kan het bestuursorgaan in gevallen waarin onderzoekers kennis willen nemen van grote hoeveelheden informatie (in het belang van het onderzoek) ruimhartig toegang verlenen tot die informatie, zodat de onderzoekers op een later moment, in het kader van hun onderzoek, kunnen beoordelen of zij de desbetreffende informatie daadwerkelijk willen gebruiken op een manier die neerkomt op openbaarmaking. Als de onderzoekers de desbetreffende informatie willen gebruiken (lees: openbaar willen maken) dan dient een verzoek om openbaarmaking ingediend te worden. Het bestuursorgaan neemt een besluit op dat verzoek met inachtneming van de uitzonderingsgronden.

Dit nieuwsartikel is geschreven door Ghazal Sarandib. Voor meer informatie over het onderwerp openbaarheid van bestuur of over andere bestuursrechtelijke kwesties, kunt u contact opnemen met haar (g.sarandib@paulussen.nl) of met een van de andere specialisten van team Overheid en non-profit. Telefonisch zijn zij bereikbaar via telefoonnummer 043 321 6640. Afspraken zijn zowel op locatie als op onze vestigingen in Maastricht en Heerlen mogelijk.

 

Nieuws Overzicht